Belastingaanslag
Op een belastingaanslag staat hoeveel belasting u moet betalen of terugkrijgt. Er zijn verschillende soorten belastingaanslagen, zoals een voorlopige aanslag, een definitieve aanslag, een navorderingsaanslag of een naheffingsaanslag. De fiscaal advocaten van VOI advocaten kunnen u bijstaan in een conflict met de Belastingdienst over elk van deze belastingaanslagen.
Aanslag
Op grond van onze fiscale wetgeving kan u verplicht zijn aangifte te doen voor diverse soorten belastingen. Het kan zijn dat u het niet eens bent met uw belastingaanslag, bijvoorbeeld omdat deze afwijkt van de door u ingediende aangifte. Het kan ook zijn dat de belastingaanslag niet juist of niet tijdig bekend is gemaakt of dat er andere redenen bestaan die tot wijziging of vernietiging van de aanslag aanleiding zouden moeten geven. In dat geval is het een goed idee om bezwaar te maken tegen de aanslag (bezwaar & beroep). Dit kan door een bezwaarschrift in te dienen. Heeft u hier geen ervaring mee en kunt u wel wat hulp gebruiken bij het maken van een bezwaarschrift? Daar hebben wij een hulpmiddel voor gecreëerd: de bezwaarschrift generator. Niettemin kan het goed zijn om de advocaten van VOI advocaten te vragen een op uw kwestie toegesneden bezwaarschrift te maken.
Navorderingsaanslag
De Belastingdienst kan een navorderingsaanslag opleggen. Dit is geregeld in artikel 16 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen. Een navorderingsaanslag is een nieuwe aanslag die afwijkt van een aanslag die u al eerder heeft gekregen. U kunt ook een navorderingsaanslag krijgen indien u eerder binnen de daarvoor geldende termijn nog geen aanslag heeft gekregen, maar er volgens de Belastingdienst wel redenen zijn om toch nog belasting te heffen.
De Belastingdienst moet een navorderingsaanslag in beginsel vaststellen binnen vijf jaren na het betreffende belastingjaar of binnen twaalf jaren indien sprake is van buitenlands inkomen of vermogen. Deze termijn wordt verlengd met uitstel dat is verleend voor indiening van de betreffende belastingaangifte. De Belastingdienst moet voor een navorderingsaanslag wel bewijzen dat de voorgaande aanslag ten onrechte te laag is vastgesteld of de aanslag ten onrechte achterwege is gelaten én dat sprake is van een zogenaamd ‘nieuw feit’. Dit betreft een feit dat de Belastingdienst niet eerder bekend was of bekend had kunnen zijn. Indien sprake is van een zogenoemd ‘ambtelijk verzuim’ kan het zijn dat de Belastingdienst niet bevoegd is tot het vaststellen van een navorderingsaanslag.
Het kan ook zijn dat de Belastingdienst stelt dat u te kwader trouw heeft gehandeld. In een dergelijk geval hoeft geen sprake te zijn van een ‘nieuw feit’.
Samen met u kunnen wij bezien of de Belastingdienst aan de gestelde voorwaarden heeft voldaan en bezwaar maken tegen de navorderingsaanslag.
Naheffingsaanslag
Voor bijvoorbeeld de omzetbelasting en loonbelasting kan geen navorderingsaanslag worden opgelegd, maar bestaat voor de Belastingdienst wel de mogelijkheid om een zogenoemde naheffingsaanslag op te leggen. Dit is geregeld in artikel 20 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen. Voor een naheffingsaanslag dient de Belastingdienst te bewijzen dat er te weinig belasting is voldaan of afgedragen, of dat een eerdere aanslag niet of niet volledig is betaald. De bevoegdheid tot het opleggen van een naheffingsaanslag vervalt ook door verloop van vijf jaren na het einde van het betreffende belastingjaar. Ook tegen een naheffingsaanslag is het mogelijk om bezwaar te maken.
Advocaat belastingaanslag
Bij VOI advocaten hebben we veel ervaring met procedures over dit soort kwesties: bezwaarprocedures, (hoger) beroepsprocedure en cassatie. Ook kunnen wij in overleg treden met de Belastingdienst om te bezien of procedures voorkomen kunnen worden. Neem contact op met een van onze fiscale advocaten.